Er heersen heel wat clichés over de Duitse keuken. De meeste zijn waar. De porties moeten groot zijn en vlees is een noodzakelijk bestanddeel. Het Eisbein is daar een goed voorbeeld van…
Afgelopen zaterdag was ik in Antwerpen op bezoek en had het genoegen om een hapje te gaan eten met Peter. We zaten in een trendy brasserie met gedimd licht en uitzicht op de kathedraal. Ook dat is een cliché, maar het is altijd weer genieten in een Belgisch restaurant: het eten wordt met liefde voor detail gepresenteerd en is over het algemeen van een uitstekende kwaliteit. Knapperige frieten, smeuïge verse mayonaise en een mals biefstukje; als dessert een overheerlijke moelleux van Belgische chocolade met een fijn frambozensausje. Zelfs het broodje met boter smaakte verrukkelijk. Uit eten gaan in België is vooral: genieten. En dat mag ook iets kosten.
Sich satt essen
In Duitsland gelden er andere eetgewoontes. Dat beamen Duitse vrienden die de Belgische en Franse keuken kennen. Hier telt in de eerste plaats de hoeveelheid: de gemiddelde Duitser wil vooral zijn buikje rond eten. Satt werden, heet dat. Als hij niet satt (verzadigd, ‘vol’) is, is het niet goed geweest. Hier geen liflafjes, maar lappen vlees die het hele bord bedekken. Bovendien moet je er steeds op voorbereid zijn dat er onder die grote schnitzel nóg zo’n exemplaar ligt – of een kilo gebakken aardappelen met spek.
Harige varkenspoot
Eisbein is een goed voorbeeld van een typisch Duits gerecht. Kijk maar op de foto die ik pas nam van het bord van mijn Duitse tafelgenote in een Berlijns restaurant. Die gigantische gekookte varkenspoot geldt hier als specialiteit! De vette, roze poot – waar hier en daar nog haar op stond (!) – rust comfortabel op een (tweepersoons)bedje van aardappel- en erwtenpuree. Elders krijg je er Sauerkraut (zuurkool) bij. Je kunt overigens ook een geroosterde varkenspoot bestellen: de Berlijners noemen die dan Schweinshaxe. Geloof maar dat je satt bent als je die zware kost achter de kiezen hebt. En je hoeft er niet eens zo veel geld voor neer te tellen – voor 12 euro wordt jou al zo’n bord vol voorgeschoteld.
Mijn Berlijnse tafelgenote schrok toen ik vertelde dat Belgen zulke grote porties in een restaurant niet gewend zijn. “Goh, dan is het daar al zo duur, en dan krijg je ook nog eens zo weinig!” Tsja. Andere eisen, andere prijzen.
Na, dann bin ich auf jeden Fall keine Durchschnittsdeutsche…
Ik ben australier van duitse afkomst en vind het relaas over het duitse eten heel grappig
Als je Satt bent komt daarna het Ausbauchen!
Döner, Brezen, Weißwurst, Eisbein… Janneke, wat wil je ons zeggen?! 🙂
(Und ich muss zugeben: Ich mag Eisbein sehr. Als Berliner mit “Migrationshintergrund” war das für mich anfangs wirklich eine Entdeckung: Die können hier in der westsibirischen Steppe ja doch was Brauchbares kochen!)
Sauerkraut mit Eisbein (en liefst met Kartoffelklößen) is één van mijn lievelingsgerechten. Nog lekkerder is “Kapp mit Erbs”; een zuurkoolvariant uit Rheinland-Pfalz. Het gerecht bestaat uit zuurkool gemengd met erwtenpuree en daarbovenop een Schweinshaxe. Heet geserveerd uit de oven.
Eisbein is heerlijk en: het hoeft helemaal niet vet te zijn, zoals iedereen altijd schrijft. Zeker de gekookte variant is niet vet als je de vette rand gewoon opzij schuift en alleen het heerlijke ham/hesp-achtige deel opeet. Bij de gebraden variant is dat moeilijker, daar moet je het -heerlijke- knapperige vet erbij nemen. Het gerecht mag eenvoudig zijn: de smaak is verfijnd. Maarv een goede Waterzooi is natuurlijk nooit weg
Beste Gerard, bedankt voor je commentaar! Waarschijnlijk hangt het er heel erg vanaf wie het klaarmaakt én zou ik persoonlijk mijn fobie voor vetranden moeten overwinnen. Groeten en eet smakelijk!