Ganz schön warm heute, gell? Vandaag is het in Berlijn 30 graden, dus het is inderdaad warm (ideaal weer voor de FKK‘ers). Maar wat hangt er in godsnaam aan het eind van die zin?
Warm hè?
Dat gekke gell: mijn ouders werden er op reis in Zuid-Duitsland voor het eerst mee geconfronteerd. Ze kregen de sleutel van hun vakantiehuisje en de eigenaar gaf nog even een rondleiding. Vreemd, hij had het de hele tijd over geld. Terwijl mijn ouders de reis vooraf hadden betaald… In de loop van de week begrepen ze dat het om een soort stopwoordje moest gaan dat Duitsers in die regio gebruiken. Inderdaad: gell is een partikel dat vooral in het zuiden van het Duitse taalgebied voorkomt. Je voegt het achter een uitspraak om bevestiging te vragen. Gell is dus te vergelijken met nicht wahr: Ganz schön warm heute, gell/nicht wahr? In het Nederlands: (Warm) hè? De Fransen zeggen hein, de Engelsen isn’t it. De Berlijners gebruiken vaak wa, net als de Zweden: va. En we verwachten allemaal dat de toehoorder bevestigend antwoordt. Ja! Yes! Oui!
Braaf zijn, hoor
Het partikel gell (ook wel gelt) is ontstaan uit gelte, de oude conjunctief van het werkwoord gelten (gelden). Dat kun je zo interpreteren: je doet een uitspraak en vraagt aan je toehoorder om te bevestigen dat die uitspraak ook voor haar ‘geldt’. Als je zegt: Ganz schön warm heute, gell? verwacht je dat de toehoorder ermee instemt dat het vandaag inderdaad behoorlijk warm is. Dat ze tenminste geïrriteerd zucht en demonstratief de hete lucht uit haar gezicht wuift.
Maar gell kan ook aanmanend gebruikt worden, zoals ons Nederlandse partikel hoor. Het voorbije weekend had ik een vriendin uit NRW (!) op bezoek die voortdurend haar zoontjes zat aan te sporen: Schön aufessen, gell? Danach die Zähne putzen, gell? enzovoort. Helaas krijgt ze van haar bengels weinig bevestiging. Ze doen liever het tegenovergestelde van wat mama zegt. Aber so sind Kinder, gell?
‘Gell’ doet me altijd denken aan Loriot’s ‘Familienbenutzer’: ‘Es ist ein Artikel, der schon durch seine gefällige Form anspricht, gell? Er ist formschön, wetterfest, geräuschlos, hautfreundlich, pflegeleicht, völlig zweckfrei und – gegen Aufpreis – auch entnehmbar. Ein Geschenk, das Freude macht, für den Herrn, für die Dame, für das Kind, gell?’ (voor het gemak geciteerd uit Wikipedia).
In Oldenburg zeggen ze altijd ‘ne’. Hoe meer je er op let, hoe vaker je het hoort.
Beste Joyce, ‘ne’ hoor ik inderdaad ook heel vaak, o.a. hier in Berlijn. Ik gebruik het zelf ook!
“Gell” hoorde ik als kind mijn in Hof (BY) geboren oma zo regelmatig gebruiken dat ik het van haar overnam. Soms reageren Duitsers, die weten dat ik een Hollander ben, daar een beetje verbaasd op. Bij mijn Duitse familie, die voornamelijk in Franken woont, is “gell” een normaal stopwoord en Oostenrijkers heb ik het soms ook horen gebruiken. Bij de Belgische cabaretier Urbanus ben ik een Vlaams/Brabantse bijna-pendant tegengekomen; het nogal hilarisch klinkende “En gijl?” (En gijlieden? In plaats van “zunne?”), terwijl dialectsprekers uit het Nederlandse Helmond vaak een zin beëindigen met “wonnie?” (Waar of niet? I.p.v. het Kempische “Nie waor?” ) In voormalig Ostpreussen, waar mijn moeder gewoond heeft, werden zinnen vaak afgesloten met “nuscht?” (Nicht?) Klingt alles doch sehr verschiedenartig, gell?